Hoe je racisme aanpakt? Herverdeel de macht


Racisme is geen eigenschap van een individu, het is een systeem. Als je er iets aan wil doen, moet je het systeem veranderen, schrijft Orhan Agirdag.

We zijn massaal verontwaardigd over racisme. Maar verontwaardiging alleen zal niet helpen om het te verminderen. Om dat te kunnen doen, moeten we eerst begrijpen wat het juist is. We spreken vooral over racisme na incidenten van etnische discriminatie. Maar het is geen synoniem voor etnische discriminatie of vooroordelen, anders zouden we er geen apart woord voor nodig hebben. Racisme is een ‘isme’, zoals kapitalisme en liberalisme. Die ismen zijn politiek-ideologische systemen: ze bepalen de spelregels voor hoe macht wordt verdeeld onder de mensen. Ook racisme gaat over macht en de verdeling ervan.

Racisme is geen kwestie van ‘slechteriken’ die bewust mensen discrimineren of foute grappen maken. Politiek-ideologische systemen staan los van goede of slechte intenties. Een voorbeeld? Als je leeft in een kapitalistisch systeem, kun je als individu bijna niet anders dan bijdragen aan het kapitalisme (of koopt u nooit kleren?) Je hoeft zelf daarom geen overtuigde ‘kapitalist’ te zijn. Ook zonder intentionele ‘kapitalisten’ blijft het kapitalisme als systeem bestaan. Een vergelijkbare logica geldt voor het systeem van racisme. Ook zonder slechte bedoelingen van individuen en zelfs zonder racisten blijft racisme als systeem bestaan. Of je een ‘racist’ bent of niet doet er in feite niet toe.

Sorteersysteem

Racisme werkt als een sorteersysteem dat groepen van mensen rangschikt in hogere of lagere, superieure of inferieure machtsposities op basis van hun etnisch-raciale achtergrond. Het bepaalt welke etnisch-raciale groepen welke machtsposities krijgen. Die zijn het meest zichtbaar in de functies die individuen uitoefenen in relatie tot anderen. Een rechter heeft macht over een beklaagde, een leraar over een leerling, een directeur over een medewerker.

Het sorteersysteem bepaalt vooraf wie welke machtspositie zal bekleden: wit gaat naar boven, gekleurd naar beneden. Maar net zoals een stuk gekleurde kledij soms bij de ‘witte was’ terechtkomt, gebeurt het dat niet-witte individuen in hogere posities terechtkomen. Die uitzonderingen bevestigen de regel. Op groepsniveau staat de indeling vast.

De voordelen van het racisme gaan naar witte mensen, de nadelen naar mensen van kleur. Dat wil niet zeggen dat witte mensen verantwoordelijk zijn voor het voortbestaan van het systeem. Witte én niet-witte mensen reproduceren het systeem. De agenten die George Floyd hebben vermoord, hadden evengoed zelf zwart kunnen zijn. Meer nog, het systeem heeft ook gekleurde mensen nodig die het racistische systeem nog explicieter dan witte mensen zullen verdedigen, omdat zij ‘hun groep’ goed kennen en ingeschakeld kunnen worden om ze in toom te houden. Dat heet het ‘Uncle Tom’-syndroom.

Omgekeerd racisme is fictie

De sorteerlogica van racisme is dus op voorhand bepaald: wit = superieur, niet-wit = inferieur. Dat is een belangrijk verschil met het fenomeen etnische discriminatie. Welke groepen gediscrimineerd worden, is in principe niet op voorhand bepaald, een witte persoon kan ook etnisch gediscrimineerd worden. Maar onze samen­leving heeft geen politiek systeem dat omgekeerd rangschikt. Er kan dus wel sprake zijn van ‘omgekeerde discriminatie’, maar ‘omgekeerd racisme’ is fictie. Wie zegt dat racisme ‘geen kleur kent’, weet niet waarover hij spreekt.

Aangezien racisme geen eigenschap is van een individu, maar van een systeem, is het op het niveau van het systeem dat we racisme kunnen ontmantelen. Daarvoor moeten we het eerst detecteren én aanpakken in de machtsverdeling binnen organisaties. In plaats van zwarte vierkanten te delen op de sociale media, hadden we beter foto’s gedeeld van onze collega’s en oversten – dan hadden we kunnen zien hoe ‘zwart’ het vierkant nog was. Of het nu gaat over justitie, wetenschap, gezondheidszorg, media of het onderwijs, de vraag is telkens: welke etnische groepen nemen welke machtspositie in?

Neem nu het onderwijs, een sector die volledig gefinancierd wordt met de belastingen van witte én gekleurde mensen. Kijk eens naar de machtsverdeling en wie wordt betaald met dat geld: hoeveel gekleurde onderwijs­beleidsmakers, inspecteurs, schoolbesturen, schooldirecteurs en leraren zijn er in Vlaanderen? Het aandeel van gekleurde leraren wordt geschat op minder dan 1 procent. Etnische discriminatie en het hoofddoekenverbod voor leraren blokkeren de toegang van gekleurde mensen tot die machtsposities. En als etnisch-raciale minderheden zelf scholen willen oprichten, worden ze verhinderd (hoewel dat hun grondwettelijke recht is). Is het dan niet ironisch dat politici die net die drempels opleggen nu verontwaardigd zijn over racisme?

Beelden van Leopold II

Ook de antiracismebeweging slaat de bal mis. Ze liet zich de voorbije jaren vooral horen over Zwarte Piet, misplaatste grappen, standbeelden van Leopold II en taalgebruik (zeg niet blank, maar wit). Het klopt dat die uitingen verwerpelijk zijn, maar het zijn louter symptomen van racisme. De kern van het probleem is wederom macht en machtsverdeling tussen witte en gekleurde mensen.

Etnische discriminatie aanpakken (via praktijktesten) is een goed begin, maar het kan de schade van decennialange uitsluiting lang niet compenseren. Racisme verminderen doe je door de macht rechtstreeks te herverdelen via compenserende, affirmatieve acties. Zeker de machtsverdeling in sectoren die we publiekelijk financieren (onderwijs, gezondheidszorg, ambtenarij, politie, justitie …) moet zo snel mogelijk de etnisch-raciale verhouding in de samenleving weerspiegelen. Zo niet doen we aan futiele symptoombestrijding.